Vanmorgen was ik weer even naar mijn oude vertrouwde stekje, de Dellen. Eigenlijk mag ik het niet de Dellen noemen, ik loop namelijk steeds net op de grens van het gebied. Maar hoe het wel heet ? Of zijn de bossen van Heerde, of het is de Renderklippen. Daar ben ik nog niet helemaal achter.
Hoe dan ook, ik was weer in dat stukje bos waar ik altijd heen ga. Mischien supersaai, maar er is altijd wel weer wat te zien. Neem nou deze boomstronk die niet ver van de ingang ligt. Al een paar jaar fotografeer ik er steeds van die bekermosjes. Dit jaar heeft de bast helemaal losgelaten en zitten er nauwelijks nog bekermosjes op. Nou ja, nauwelijks, omdat ze zo klein zijn kunnen er op de overgebleven stukjes bast nog heel wat staan.
Hoe kleurrijk het plaatje eigenlijk is viel mij pas op toen ik hem terug zag op de computer.
Aangekomen bij een klein heideveld (wat weer net wel op de Dellen ligt) stapte ik in het zonlicht en waren de spinnenwebben overal prachtig te zien. De spinnen hadden ook allemaal mooie webben gemaakt rondom de bloemen van de heide. Het duurde dan ook niet lang voor ik languit op de grond lag om daar foto’s van te maken.
Eenmaal weer overeind zag ik het edelhert dat ik jullie vanmorgen in mijn ochtendlogje liet zien.
Eigenlijk had ik de hele tijd maar weinig foto’s gemaakt. Deels omdat zich niets nieuws voordeed, maar deels ook omdat ik gewoon liep te genieten van de frisse lucht, het licht en de glinsterende druppels. Ook heeft de Veluwe altijd iets spannends in zich. De omgewoelde aarde die je overal ziet, laat je weten dat er groot wild in deze bossen leeft. Als je dan zo ’s morgens vroeg in je eentje door de bossen zwerft, heb je het gevoel dat je elk moment oog in oog zult komen te staan met een everzwijn. Vanmorgen was het dus een edelhert.
Terwijl ik mijmerend mijn weg vervolgde en mij net had bedacht dat het helemaal niet erg was om geen foto’s te maken, zag ik dicht bij de grond een glinstering. Tegen de donkere bosgrond stak een porseleinzwam wit en glanzend af. Doordat ook daar de everzwijnen flink aan het wroeten waren geweest, kon ik de camera in een lekker laag standpunt neerleggen.
Meestal zie je meerdere porseleinzwammen bij elkaar, maar deze stond er in zijn eentje. Tenminste, dat leek zo op het eerste oog. Eenmaal met de camera op de grond bleek dat er op het takje nog veel meer zwammetjes aanwezig waren. Die waren echter nog heel erg jong en voor mij niet te herkennen als porseleinzwammen, maar wat kan het anders wezen ?
En ze waren er zelfs nog kleiner. Deze was kleiner dan een luciferkopje. Hoe snel zouden ze groeien ? Ik zou maar wat graag straks wat van die maagdelijk witte volwassen exemplaren op de foto zetten.
Ik heb de bonenzak weer afgeklopt en de afstandbediening en hoekzoeker weer in de tas gestopt toen ik drie passen verderop een hele kluit parelstuifzwammen tegen kwam. En weer ging Marmein door de knieeën.
Ik wierp mijn bonenzak op de grond en zag meteen een grote stofwolk. Tjemig, dacht ik even, die moet ook nodig eens schoongemaakt worden, hoe doe je dat eigenlijk… Maar even later viel het kwartje: Er waren al heel wat parelstuifzwammen die rijp waren en bij de minste of geringste verstoring hun sporen de lucht in bliezen. Blijkbaar had ik een van hen geraakt.
Weer schoongeklopt en ingepakt vervolgde ik mijn weg naar het laatste onderdeel van de wandeling: het zwijnenvennetje. Daar hadden de zwijnen zo te zien goed huisgehouden. In de modder van de oever waren meer én diepere ‘bad-kuilen’ dan ooit. Ik noem het maar bad kuilen omdat het kuilen zijn die gemaakt worden door de lijfen van de zwijnen die daar een modderbad namen. Vaak zie je ook de afdruk van hun haren er nog in staan.
Dit keer kon je ook precies zien waar ze na hun bad naar toe gelopen waren. Ik ging er altijd van uit dat ze naar de bomen achter het vennetje gingen omdat daar de stammen van de bomen vol haar en modder zit waar ze zich blijkbaar eens lekker krabben aan de boom. Maar de modder zat dit keer aan het hoge gras. het spoor liep richting het bospad.
Ik zag nog een paar waterjuffers, heel wat anders dan de blauwe waas die ik deze zomer zag. Deze was zo vriendelijk om even te blijven zitten.
Geef een reactie