Afgelopen zondag zijn we met een paar leden van de fotoclub naar Schiermonnikoog geweest De dag begon somber en grijs. Eenmaal in Lauwersoog begon ik mij af te vragen of ik wel warm genoeg gekleed was. Met mijn spijkerbroek, t-shirt en katoenen trui had ik het niet bepaald warm.
Terwijl we wachtend op de boot een kopje koffie dronken, bekeken we lacherig de andere eilandbezoekers. Verschillende van hen waren zomers gekleed met korte broeken, mouwloze hempjes en slippers. Volkomen getikt in onze ogen.
Eenmaal op het eiland besloten we geen bus of taxi te nemen maar al fotograferend naar het dorp te gaan lopen, een kleine 4 km ongeveer.
Het weer mocht dan grijs lijken, het licht was prachtig. Door de lage bewolking werd het zonlicht zacht gefilterd waardoor alles wat leek te gloeien.
Al fotograferend vorderden we maar langzaam, maar daar ieder van ons fotografeerde was dat geen probleem.
Uiteindelijk kwam het dorp in zicht, al duurde het daarna nog even voor we al fotograferend een plekje op een terras hadden gevonden.
Na de cappuccino en appelgebak gingen we weer op pad, dit keer richting het strand. Onderweg daar naar toe kwamen we langs een gebiedje dat vol stond met veenpluis. Wat een wonderlijk plantje is dat toch.
Een van de clubleden had er wel heel veel voor over om de ultieme shot te maken. Kijk, dan kan ik ook weer een shot maken.
Het strand waar we op terecht kwamen was maar een vreemd soort strand. De zee was nergens te bekennen. In de verte waren trillende streepjes te zien, mensen die als fatamorgana’s langs de waterkant in de verte liepen, te ver voor mijn camera.
Het was ondertussen knap heet geworden. Mijn trui hing al een tijdje aan mijn rugzak, aan de spijkerbroek, dikke wandelsokken en zware wandelschoenen kon ik helaas niets doen. Spijtig bedacht ik dat die rare mensen van vanmorgen nog niet zo gek waren gebleken.
Als ik aan stranden in Nederland denk, heb ik grote vlakken zand voor ogen, mischien hier en daar een rand schelpen, achtergelaten door de zee. Maar dat ik op het strand plantjes zou zien groeien had ik echt niet verwacht. In eerste instantie leken de bloemetjes onbeduidend, maar eenmaal door de macrolens het plantje bekijkend, begreep ik pas hoe sterk ze wel niet moesten zijn. Ondanks het gewicht van het zand, wisten ze toch nog overeind te blijven.
Tussen al die zanderige plantjes was ook een bloemetje zonder zand te zien. Het bloemetje deed mij denken aan die vrouwen die op de meest ruige reizen er toch nog onberispelijk uit kunnen zien.
Voor de meeste mensen op het eiland zal het doorbreken van de zon vast heerlijk zijn geweest, voor ons fotografen was het een stuk minder. Het felle licht liet alles er saai uit zien, het leek de kleur uit de dingen te halen.
We volgden de duinen langs het strand om verderop wat te gaan eten. Halverwege werden we ingehaald door een dame. Of wij wisten of het nog ver was naar de eerstvolgende tent waar wat gedronken kon worden. Een van de clubleden wees naar twee gele keten in de verte. “Bij de keten is een strandtent, het is dus niet zo heel ver meer”. Maar zelfs van deze afstand konden we zien dat de strandtent nog niet was opgebouwd. Alleen de palen staken in het zand.
De vrouw sjokte verder. Ze draaide zich nog even om om naar iemand achter ons te roepen dat ze haar schoenen maar uit moest doen als ze zo’n last had van haar voeten. Op het strand kon je immers heel goed op blote voeten lopen ?
Even later werden we ingehaald door een jongedame die zeer moeizaam liep. Ook zij vroeg of het nog ver was naar de eerstvolgende gelegenheid waar ze wat kon drinken. Ze was al vier uur op de been en dus doodop. Je zou bijna gaan denken dat we door de woestijn liepen ipv op het strand van Schiermonnikoog.
Wij stonden weer eens stil om foto’s te maken, de jonge vrouw sjokte verder. Haar schoenen en leren jasje had ze nog steeds stevig dicht geknoopt.
De strandtent was inderdaad nog niet opgebouwd. Het was al juni, zou het dan nog wel gebeuren dit jaar ?
De zee was nog steeds ver weg. De twee keten leken doelloos op de grote zandvlakte te staan.
Aan de andere kant van de duinen was een hotel/restaurant, hoog tijd voor een lunch. Vanaf de hekken rondom het terras werden we flink in de gaten gehouden door kauwtjes en mussen. Als een groep revolverhelden trok iedereen zijn camera om ze eens uitgebreid te fotograferen. Het zal er wel vreemd hebben uitgezien voor de andere gasten.
De mussen en kauwtjes waren knap brutaal. Toen ik eenmaal mijn broodje tonijn had gekregen durfde ik de vogels niet meer te fotograferen, bang dat ze mij het brood van het bord zouden pikken.
Het is een prima dag geweest, ik moet toch eens vaker naar de eilanden.
Je kunt alle foto’s weer in hun eigen album bekijken.
Geef een reactie