Wat een heerlijke ochtend vanmorgen. Na de regen van gisteravond was alles nat, en met het ochtendzonnetje er bij gaf dat hier een lichte nevel. Tijd om weer eens naar de Dellen te gaan. Bovendien staat de heide weer in bloei, nog een reden dus om die kant op te gaan. Voor ik vertrok toch nog even een stevige mok cappuccino gemaakt waardoor ik wat later wegging dan ik van plan was. Maar gelukkig, er hing nog een lichte nevel in het bos.
Heerlijk vind ik dat, die frisheid in de lucht, de lichte nevel, en het gevoel dat je elk moment oog in oog kunt staan met een everzwijn of edelhert. Die laatste had ik onderweg vanuit de auto gezien. Hij was de weg net over gestoken toen ik de bocht om kwam. Heel even keek hij mij aan, een machtig groot beest met een imposant gewei. Maar het moment was snel voorbij, met grote sprongen verdween hij het bos in.
Nu lieten de druppels die van de takken zwaar op de grond vielen mij steeds denken dat er reeën liepen, net buiten mijn zichtveld. Ik wist dat het druppels waren en toch, telkens weer wanneer de wind een tak bewoog en de druppels weer vielen, zou ik toch zweren dat ik knakkende twijgjes hoorde. Vreemd, wat een nevelig bos met je doet.
Het gedeelte van de Dellen waar ik vanmorgen liep bestaat uit bos met hier en daar een klein heideveld. En de heide stond inderdaad in bloei, niet het uitbundige paars wat je in sommige jaren kunt zien, maar toch paars genoeg.
Langs elk heideveldje stonden wel een paar kleine kasten. Hele kolonies bijen die driftig af en aan vlogen om de heidehoning te verzamelen.
Van dichtbij gezien zag de heide er prachtig uit. Wat zijn het toch een eigenaardige bloemetjes.
Zo met je neus vlak boven de heide zie je altijd wel iets, zoals bijvoorbeeld een grote harige rups.
Maar het werd weer tijd om naar huis te gaan. Ik had nog een afspraak met een marktkoopman over een paar kilo aardbeien. Nog even genieten van de nevel in het bos voor ik weer in de auto zou stappen.
Geef een reactie