Tien jaar geleden besloot ik weer een kat in huis te nemen. Op naar het asiel dus.
Daar gaf ik aan dat ik een vrouwtje wilde (ik wil geen gedonder met sproeien en zo), geen zwarte (als het een beetje donker begint te worden zie je er geen voor of achterkant meer aan) en het mocht er wel een met karakter zijn. Mijn vorige kat was er ook een met een sterke wil, en daar ik toch geen kinderen heb, is een dergelijke kat bij mij prima op zijn plaats.
“tja, mevrouw”, werd er gezegd, “dan hebben wij wel eentje voor u. Het probleem is alleen dat hij zwart is en een mannetje. Maar hij zit hier al het langst, een half jaar, en niemand die hem wil”. Stik. Heb ik weer. Wel heel erg zielig, een half jaar en niemand die hem wil. Nou ja, maar even kijken dan, want heel erg sterk waren mijn argumenten nou ook weer niet en je moet iedereen een kans geven toch ?.
En daar zat hij. Een gigantische kater met knallende groene ogen en een heel klein lief koppie. Omdat hij niet met andere katten overweg kon, zat hij het grootste gedeelte van de tijd in zijn hokje opgesloten (en dat een half jaar !)
Ik besloot er toch maar een nachtje over te slapen. Het is natuurlijk vreselijk zielig dat hij daar zo zit, maar ik wil niet dat dat de reden van mijn keus is. We moeten samen wel 15 jaar verder met elkaar.
Die nacht nog eens overdacht waarom ik nou toch eigenlijk geen kater wil en geen zwarte. Zwart is maar de kleur van het velletje en op huidskleur mag je niet discrimineren niet waar ? De volgende ochtend had ik besloten hem op te halen, en zo gezegd, zo gedaan. Het was de dag voor het paasweekend, zodat we een lang weekend hadden om aan elkaar te wennen.
Dat wennen bleek geen probleem te zijn. Xarak was een zeer aanhankelijke kater die al snel zijn weg had gevonden in mijn huis.
Het was een wat onbeholpen kater. Met zijn krachtige staart zwaaide hij regelmatig heel wat dingen van de vensterbank. Hij leekt altijd het spelletje te doen: wie er het eerste is. Hij won trouwens altijd, ook al gaf hij mij een voorsprong. Na een wandeltocht door de regen liet hij zich het liefst droog aaien op mijn schoot.
Zijn grootste hobby was het vangen van kikkers en deze dan levend en wel in huis los te laten. Of hij het nu deed om mij te plagen of omdat de kikker hem verveelde wanneer die eenmaal binnen was, ben ik nooit achter gekomen.
We waren dik tevreden met elkaar.
Maar Xarak is niet meer. Een paar maanden geleden werd hij doof. Sinds een paar dagen bleek hij ook volledig blind te zijn geworden. Ik wilde het nog even aanzien, kijken of hij toch nog zijn weg kon vinden, of hij nog tevreden was met het leven zoals het zo was. Maar gisteravond had hij geen rust meer. Hij bleef maar rondlopen in de kamer,stootte zich overal tegen aan en zette zich zo af en toe helemaal klem tussen een kast of bank. Van mijn aanwezigheid leek hij zich niet meer bewust.
Vannacht was ik even bij hem, net op dat moment kreeg hij een soort van toeval. Even later stond hij weer op en ging weer rondjes lopen. Vanmorgen vond ik hem liggend op de grond. Ik heb nog even bij hem gezeten en even later blies hij zijn laatste adem uit.
Van zijn eerste 5 a 6 levensjaren weet ik niets. Hij is zwaar ondervoed en half kaal van de straat geplukt en in het asiel terecht gekomen. De laatste tien jaar van zijn leven heeft hij bij mij gewoond en heeft het daar prima naar zijn zin gehad. Ik ben blij dat ik wat voor hem heb kunnen betekenen.
Geef een antwoord