Mag ik even voorstellen: Picolo, mijn nieuwe huisgenootje. Hij woont hier sinds donderdag en is nog steeds erg op zijn hoede, vooral in de woonkamer. De geur van Xarak zal in deze kamer nog wel sterk aanwezig zijn denk ik. Maar in de komende tijd zal hij er wel aan wennen, de geur zal zwakker worden en hij zal merken dat er geen andere kat meer is.
Ik had nog even getwijfeld of ik langer zou wachten, maar bedacht mij dat een kat in het asiel dan ook langer moest wachten op een huisje, en waarom zouden we dan beiden wachten? In het asiel kreeg ik van elke kat in rap tempo uitgelegd wat de voors en tegens waren. Lief, gek op knuffelen, plast af en toe, kan zomaar krabben……. Maar wat nu ook maar weer bij welke kat hoorde, was knap lastig te onthouden. Het kiezen was vreselijk moeilijk, maar uiteindelijk werd het Picolo.
Niet alleen Picolo moet wennen, ik ook. Van een oude, trage, altijd hongerige kat, zit ik nu met een kat waarvan ik zou zweren dat hij springveertjes onder zijn pootjes heeft. Alles moet besnuffeld worden, overal moet overheen gelopen en alles moet een geurvlaggetje krijgen. Van alle planten moet een hap genomen worden (schrik, zijn er giftige bij?), dus die heb ik maar even veilig opgeborgen in de wc. Een emmer met zeepsop is al omgegaan, een volle plantengieter is kapot gevallen op de houten vloer en de eerste haken zitten al in de bank en een van de stoelen.
Maar het is een scheetje dat graag op mijn schouder mag staan om vervolgens kopjes te geven. Hij komt steeds vaker in de kamer rondkijken en begint al een beetje te luisteren als ik naar hem roep wanneer hij over het aanrecht loopt. Het gaat helemaal goed komen tussen ons twee.
Geef een reactie