Gisteren ben ik terug gekomen van een fotografiereis door Kenia en Tanzania. Na bijna twee weken hobbelen op stoffige wegen is de regen hier in Nederland heerlijk verfrissend. En ook heerlijk weer om mij op de vele foto’s die ik gemaakt heb te storten.
We konden in Kenia pas echt los gaan met fotograferen tijdens de lunch die we onderweg naar lake Naivasha in de tuin van een restaurant hadden. Daar vlogen heel wat vogels rond, net als fotografen overigens die het niet konden laten er achter aan te gaan.
De pijlpunt babbelaar liet zich het meeste zien. Hij trok zich niet zo veel van ons aan wat het makkelijk maakte om hem te fotograferen.
Ook de zwarte ibis trok zich niet zoveel van ons aan. Vanaf een hoge tak leek hij wat meewarig met zijn bijna menselijk oog naar ons fotografen te kijken.
In een flits waren er ook nog twee Ethiopische grijsgroene spechten te zien. Het was puur een gelukje dat ik de juiste kant op keek en mijn camera in de hand had, anders had ik ze niet snel even op de foto kunnen zetten.
Van eten kwam tijdens de lunch niet veel terecht met al die vogels om ons heen. Maar genoten hebben we zeker met onze eerste echte fotostop van de reis.
De driekleurige glans spreeuw probeerden, net als de mussen hier, eten van de tafel te pikken. Totaal niet schuw hoopten ze ook op wat restanten van onze maaltijd.
De gewone bulbul had zelf zijn kostje al gevonden, die kwam geloof ik alleen maar even kijken naar al die drukte.
En dan was er nog de mahali wever. Minder kleurrijk dan de meeste vogels die we daar zagen maar zeker niet minder mooi.
Geef een reactie